Onlangs wandelde ik van Porto naar Santiago de Compostela. Dit wordt ook wel de Portugese Camino genoemd.
Omdat het een bedevaartstocht is, werd ik uitgedaagd om de wandeling in het teken te stellen van iets meer dan ‘lekker eten en drinken’. Ik koos ervoor om de weg op te dragen aan hara en in die geest de route af te leggen.
Per dag schreef ik de gedachten die ik hieraan wijdde op.
Een verslag van Sander Meerdink, Integrale Yogi in Rotterdam

Dag 0 – Aankomst in Portugal

Ze zeggen dat de wandeling naar Santiago de Compostela naast een voettocht ook een zoektocht is naar je ware zelf. Het valt niet mee op zoek te gaan naar iets dat je niet eerder hebt gezien. Boeddhisten zijn er een leven lang mee bezig. Het merendeel blijft onverlicht.  Ik ben benieuwd wat de route mij zal brengen. Niet het eindpunt maar de reis is mijn bestemming, zover ben ik al. Misschien blijft mijn notitieboekje verder blanco. Op clichés zit tenslotte niemand te wachten.

 

Dag 1 – Porto – Arcos (± 29 km) Verveloze deuren sluiten ook. Een straat met keien maakt meer kabaal dan een van asfalt. Een koffie is 65 cent en de geur van bloemen langs de weg is gratis.  Zomaar gedachten. Het worden er steeds minder. Ik adem naar hara terwijl ik wandel. Ik moet continu geeuwen en vraag me af hoe dat komt. Het voelt goed, dus het houdt me niet op een negatieve manier bezig.  Het lijkt alsof ik bezig ben om mijn denkvermogen kwijt te raken. Dat lijkt me niet handig, maar door loslaten van gedachten komt er ruimte voor ander soort kennis. Een weten zonder denken.

 

Dag 2 – Arcos – Barcelos (± 23 km) Wie weinig weet, kan veel leren. De mogelijkheden zijn oneindig. Laat denken het vertrouwen hierin niet schaden. In de luwte van de ratio staat de deur altijd open, tenminste op een kier. Gedachten kunnen een deur sluiten, dogma’s doen haar op slot. Ik heb vandaag minder gegeeuwd dan gisteren. Toch kwam het telkens op momenten van loslaten of aanvaarding. Zonder me er bewust op te focussen – ik wil geen doctrine of zelfvervullende voorspelling creëren – voelt het wel als bevestiging van bovenstaande theorie.

 

Dag 3 – Barcelos – Vitorino dos Piães (± 23 km) We lopen samen en toch alleen. De weg is dezelfde, het uitzicht gelijk. Soms praten we, vaak zijn we stil. Dan zijn we in gesprek met onszelf. Gedachten en gevoelens buitelen over elkaar heen in gevecht om aandacht. Elk krijgt wat hij verdient.  Adem in, adem uit. Links, rechts, links …  Hoewel de reis het doel is, mogen we gerust stilstaan. Onderweg zijn doet wat met ons, dat mag soms best even binnenkomen. Ik geeuw minder vaak. Het voelt nog steeds als bevestiging van loslaten. Bijvoorbeeld, ik hoorde net een vogel. Ik keek maar zag hem niet. Ik dacht: als ik wil en goed kijk, dan zie ik hem. Maar ik zag hem niet. Weer klonk de vogel. Ik dacht: als ik hem moet zien, dan zie ik hem. Ik geeuwde en heb de vogel niet gezien.

 

Dag 4 – Vitorino dos Piães – Ponte de Lima (± 15 km)

Als je niet weet of je het goed doet, kan je het dan fout doen? De weg is je vriend, maar ook vriendschap moet je onderhouden. Daarom loop ik met aandacht. Niet lang na deze gedachte heb ik een hara-ervaring, compleet met tunnelvisie, vierde dimensie en lopen als een machine. Maar het fijnste was de rust in mijn hoofd. Zelfs het besef dat ik in hara liep kon dat niet verstoren.

 

Dag 5 – Ponte de Lima – Pecene (± 26 km)

Je kunt zo opzien tegen regen, dat je vergeet dat je voor hetzelfde geld loopt te zweten in een regenpak. Het is als de keerzijde van de medaille, als kop en munt. Nat of droog, het is weer.  Vandaag loop ik regelmatig in hara. Het is alsof mijn benen vanzelf gaan. Ik vraag me niet langer af of ik het goed doe. Ik doe gewoon. Het voelt vandaag ook niet als een ervaring. Het is gewoon.

 

Dag 6 – Pecene – Valença (± 15 km)

Soms is het alsof de tijd stopt, terwijl het wandelen doorgaat. Pas wanneer ik op mijn horloge kijk, zie ik dat er tijd verstreken is. Vaak is dat meer dan verwacht. Waar was ik al die tijd? Ik was onderweg. Wat was ik aan het denken? Vaak weet ik dat niet meer.  Mijn geest is als een vijver, impressies zijn als steentjes die het oppervlak doen rimpelen. Ik laat het gebeuren om te voorkomen dat de golfjes over de oever klotsen. Zo kan er soms veel tijd verstrijken zonder dat ik er erg in heb.

 

Dag 7 – Valença – O Porriño (± 19 km)

Vandaag voel ik me als een visser aan de oever van mijn eigen vijver. Gedachten zijn er wel, maar op de achtergrond. De vissen bijten niet. Misschien is dat juist de vangst van de dag.

 

Dag 8 – O Porriño – Arcade (± 25 km)

De bestemming komt niet dichterbij door harder te lopen. Tijd en plaats vallen dan alleen op een ander moment samen. Of het daarvan beter wordt? Slechter ook niet, het is geen kritiek. Ik wil aandachtig wandelen. Tijd is ondergeschikt aan afstand. Ik kan dit zowel letterlijk als figuurlijk nemen. Ik ben enthousiast geworden door de spirituele groei van de afgelopen dagen, maar ik hoef me niet te haasten om verder te ontwikkelen. Dat er weinig meer gedachten in mijn hoofd opkomen dan deze woorden is eigenlijk best fijn. De vijver is vandaag glad als een spiegel.

 

Dag 9 – Arcade – Pontevedra (± 15 km)

Het wereldse einde van de reis nadert nu snel. Het voelt feestelijk en ik wandel zorgeloos. Wat aanvankelijk heel bijzonder leek, voelt nu heel gewoon. Toch kost het weer moeite om te concentreren op mijn ademhaling of om naar hara te gaan. Alsof het alleen bereikbaar is wanneer ik het echt nodig heb. Ik mag nog veel leren.

 

Dag 10 – Pontevedra – Caldas de Reis (± 25 km)

De zorgeloosheid is weg. Geïrriteerd scheenbeenvlies vraagt om aandacht. Nog drie dagen te gaan. Ik twijfel of ik het ga halen. Ergens voelt dat wel fijn. Een noodzaak om naar hara te gaan, maar ook om op mezelf, de kracht in mijzelf en de kracht in het algemeen te vertrouwen.  Aandacht en buikademhaling zijn goed, maar wat ook werkt is een halve liter natuurwijn en een wijnboertje om verliefd op te worden. Hoofd in de lucht, voeten op de grond.

 

Dag 11 – Caldas de Reis – Padrón (± 20 km)

In het stof op de grond zie ik de voetafdrukken van mijn voorgangers. Na mij komen mensen die mijn afdrukken zien. We vormen een oneindige ketting van pelgrims. We lopen samen en toch alleen. Ik voel me vandaag niet de sterkste schakel, maar het gevoel van verbondenheid geeft me kracht om door te gaan.

 

Dag 12 – Padrón – Santiago de Compostela (± 27 km)

Ik arriveer alsof ik nooit vertrokken ben. Mijn reis eindigt hier niet. Er begint ook geen nieuwe. Sinds ik adem ben ik onderweg. Wat ik geleerd heb, is dat ik altijd een plaats heb om thuis te zijn. Voor die plaats hoef ik niet op reis. Die plaats is, zoals ik ben, zolang ik ben.